VII
Een kindergraf is kleiner. Lijkt op het korte leven dat
niet tot ontplooiing kwam, op een veulen dat nooit heeft
leren galopperen. In het donker denken van de zomer
dolf men hier ooit zand dat zich inmiddels om u heen
veranderde in zware klei. Hoe herinnering verdort, rauwe
rouw tot vermoeden verwordt. Ach, hoe gij elkander
verlaten moest. En moet. Nacht na nacht na nacht na nacht.