V

Hier, op de grens tussen verlangen en weemoed,
kijken geen ogen meer die gezien hebben hoe deze
plaat over dit graf geschoven werd. Wat rest is

een stenen treurzang. Toch vermoed ik nog die
rondgang met wierook, met wijwater, echo's van
In paradisum, ijl als stengels van de vroegeling.

Lang geleden hergeboorte. Jaren vol geduldig gras.